Het ging van start: de jaaropleiding spelen in het theater van het leven. Gewoon, omdat ik het leuk vind én omdat ik vind dat als ik iets roep over de zin van spelen als volwassenen en het gebruik daarvan in behandeling, dan mag ik dit zelf ook volop ervaren.

Ik had eerder al een beetje mogen proeven bij deze docent, had van alles gelezen over spelen, improvisatie en clownerie en vanuit de ACT is een beetje theater makkelijk om de transformatie van de stimulus functies bij de defusietechnieken te vergroten. Thuis, speel ik er in mijn beleving op los. Als ik alleen ben, met onze drie musketiers en met mijn vrouw. Laatst hebben we zelfs ruzie gemaakt terwijl we alles wat we wilde zeggen in gepersonaliseerde musical liedjes goten. Grappig hoe snel dat lukt overigens. Je kon weinig geruzie door het schaterlachen heen horen, maar de boodschappen bleven helder en waren een stuk beter te verteren.

Ik dacht dus, nou dat doe ik wel even die eerste twee speeldagen van de opleiding. Dat viel een beetje tegen. Of althans het was heerlijk en leerzaam, maar het was ook erg spannend. Ik liep al snel tegen een, voor mij zo’n bekend probleem op. Het aangaan van echt contact. Ik kan prima contact maken, alleen voelt het voor mij niet altijd zo echt. Ik vind veel ‘verplichterij’ vervelend, omdat ik niet hou van koetjes en kalfjes (tenminste niet als deze figuurlijk besproken worden). Ik weet dat ik soms wat andere dingen denk of ervaar, waar niet iedereen zich in herkent of op zit te wachten en na een aantal keer daarin mijn neus gestoten te hebben, ben ik daar wat voorzichtiger in geworden. Ik weet wat er in een bepaalde situatie van mij verwacht wordt en gedraag me daar soms naar, maar dat is niet altijd helemaal zoals ik het zelf wil. Dat gevoel is minder, nu ik wat andere vrienden heb, waarbij ik meer mezelf kan zijn. Maar het blijft iets lastigs voor mij.

Nu stond ik daar, nauwelijks voorgesteld in een nieuwe groep mensen. We voerden verschillende oefeningen uit om contact te maken met elkaar; goed te voelen wat we van binnen ervoeren en wanneer daar iets veranderde; en vooral oefeningen waarbij we de eerste geneigde reactie (je automatische aangeleerde reactie) tegen mochten houden en weg laten zakken om daarna op een andere manier te reageren op iets wat zich voordeed. Die eerste geneigde reactie ligt bij mij nogal op het puntje van mijn tong merkte ik nu. Als die wegzakte dan bedacht ik alternatieven, waar vervolgens mijn verstand (Hein genaamd, voor insiders) zich mee ging bemoeien: ‘wat is leuk / wat is te erg gek / wat vinden ze daarvan / wat is grappig / wat is saai / is het teveel gespeelt of te weinig?’. Dat terwijl ook hij buiten spel mocht staan. Als je speelt zijn die gedachten niet belangrijk en mag je impulsen volgen en dat is soms leuk, vernieuwend of grappig en soms emotioneel of saai. Hierdoor kom je wel snel tot een ‘echter’ contact met de ander, wat ik niet gewend ben en met die onwennigheid mocht ik weer verder dansen en spelen. En daar voelde en voel ik nog van alles bij en dat mag er zijn.

No responses yet

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    nieuwsbrief

    Wil je niks missen? Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang een gratis E-book over de zinvolheid van spelen in persoonlijke ontwikkeling en herstel.

    * indicates required