Vanuit mijn opleiding sensorimotor psychotherapie mag ik weer in leertherapie. Mijn behandelaar vroeg of er iets was wat ik wilde bespreken. In mijn hoofd flitsten de mogelijkheden in een razend tempo voorbij. Mijn leven is niet echt vlekkeloos, dus ik had de ‘luxe’ om uit vele situaties te kiezen. Toch bleef één beeld terug komen in mijn hoofd. Een beeld dat ik in eerste instantie verwierp, omdat ik me er voor schaamde. Nadat het beeld me voor de vierde keer overviel besloot ik mijn moed bij elkaar te rapen. Ik slikte, keek naar beneden en soms een beetje omhoog, om haar reactie te checken.

Ik vertelde over die ene patiënt. Een man waar ik een klik mee had, we hadden mooie gesprekken over het leven en de dood, zijn wens om niet meer te willen leven, terwijl hij ook niet kon kiezen voor de dood. Gesprekken die hij nooit eerder op deze manier durfde te voeren, bang voor opnieuw een opname achter gesloten deuren. Opnames waar hij enorm bang was en die littekens hadden achter gelaten op zijn leven. Samen met mijn collega’s zag ik dat hij stappen maakte in behandeling en hoewel ik weet dat ik hem niet van de dood kon weerhouden, voelde het wel alsof er meer verbinding met het leven kwam. Dat gunde ik hem en de wereld ook, er zaten namelijk mooie liefdevolle boodschappen in zijn gedachten, waarvan ik hoopte dat hij ze ooit met anderen zou durven delen. 

Door ziekte van mijn kant, stopte mijn rol in de behandeling abrupt. Ik voelde me schuldig, omdat ik ziek was tegenover mijn patiënten. Ik vond mijn weg om met dat gevoel te dealen. Tot ik enkele weken later hoorde dat hij suïcide gepleegd had. Het werd mij verteld tussen neus en lippen door, maar het sloeg in als een bom. Het voelde alsof ik hem in de steek gelaten had en in mijn hoofd maakte ik mijn rol in de behandeling veel te groot. Maar het bleef spoken. Wat als ik niet ziek was geworden? Waarom had ik hem behandeld zoals ik had gedaan en was dat wel goed? Had ik voldoende professionele afstand gehouden? Was mijn betrokkenheid bij hem nodig en zinvol, of maakte ik dit mezelf alleen maar wijs? Er werd mij vaker gezegd dat ik moest opletten met mijn mate van betrokkenheid bij de mensen in behandeling. Ik durfde er met collega’s niet over te praten, bang voor het oordeel over mij als persoon én als behandelaar. Wellicht hadden ze een oordeel over de aangeboden behandeling en misschien nog wel meer over het feit dat het me nog steeds bezig houdt, na ruim 2,5 jaar.

Mijn behandelaar merkte op dat mijn ademhaling stokte toen ik dit laatste vertelde. Ze vroeg me die beweging, van het stokken, nog een paar keer te herhalen en te voelen wat er dan gebeurde. Ik merkte op dat ik met mijn handen mezelf wilde beschermen, door ze op mijn borstkast te leggen, maar dat iets mijn handen tegen hield om dit te doen. Ze vroeg wat ik nodig had om het toch te doen. Blijkbaar was die vraag alleen al genoeg. Langzaam voelde ik dat er iets veranderde, dat ik ontspande in mijn schouders, weer tegen de rugleuning zakte. Ik zag het beeld van mijn patiënt opnieuw voor me, maar nu met berusting. Het was goed, ik kon hierin niks meer doen. Door de lichaamsgerichte benadering kon het verhaal zich transformen en opnieuw intergreren in mij. Toen ik het woord ‘berusting’ uitsprak voelde ik de emoties van verdriet en opluchting tegelijk opkomen. Eindelijk was er een plekje ontstaan voor deze gebeurtenis.

Ik sprak na met mijn behandelaar. Ze bedankte mij dat ik zo betrokken was, maar ook dat ik mezelf steeds de vraag bleef stellen of dit goed was of niet. Ze zei ‘sommige behandelaren kunnen dat niet en houden strenge scherpe grenzen. Dat hebben ze nodig om hun werk uit te kunnen voeren en dat is prima. Andere behandelaren voelen dat ze moeten kunnen bewegen en dat de betrokkenheid soms wat meer kan zijn en soms niet. Het blijft belangrijk om jezelf af te vragen wat nodig en goed is voor de patiënt en wat je zelf kan dragen.’ Ze vertelde kort hoe ze zelf recent ook nog zo had geworsteld en hoe een collega van haar nu hiermee worstelde. Beiden echtte rotten in het vak. Het lichaamsgericht verwerken en horen dat ik niet alleen was in mijn zoektocht bracht me rust.

Denk jij aan zelfmoord? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 113 of 0800-113 (gratis) of de chat.

Tags:

No responses yet

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    nieuwsbrief

    Wil je niks missen? Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang een gratis E-book over de zinvolheid van spelen in persoonlijke ontwikkeling en herstel.

    * indicates required